-
1 cash buying
contant kopen (contant betalen) -
2 cwo
contant betalen bij bestelling waarbij beide zijden een verplichting hebbencwo (Cash With Order) -
3 pay
n. salaris; loon--------v. betalen; lonen; moeite waard zijnpay1[ pee] 〈zelfstandig naamwoord; ook attributief〉1 betaling♦voorbeelden:————————pay2♦voorbeelden:pay down • contant betalenit doesn't pay • het is de moeite nietII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 betalen ⇒ afbetalen, vergoeden♦voorbeelden:pay a dividend • een dividend uitkerenpay down • als voorschot betalenpay over • (uit)betalen3 pay attention • opletten, aandacht schenkenit didn't pay him at all • het bracht hem niets op -
4 cash
n. contant geld--------v. verzilveren, incasseren, innencash1[ kæsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ready cash • baar geld, kende munt(be) short of cash • krap (bij kas) (zitten)pay in cash • per kas/contant betalenbe rolling in cash • in het geld zwemmencash down • (à) contant————————cash2II 〈 overgankelijk werkwoord〉→ cash in cash in/ -
5 pay in cash
-
6 pay down
-
7 in
adj. binnen; binnengekomen (post); hoort erbij; modern--------adv. in; erin; binnen; in huis; onder druk staand; modern, "in" (in spreektaal); in periode van (van fruit etc.)--------n. betrokken bij de leidende partij; iemand met machtpositie; invloed--------prep. in; binnen; erinin1→ ins ins/————————in21 intern ⇒ inwonend, binnen-3 exclusief ⇒ afgestemd op een kleine groep/elite4 voor/met ingekomen post♦voorbeelden:3 in-crowd • kliekje, wereldje4 in box/tray • brievenbak met/voor ingekomen post————————in33 〈 het referentiepunt is een persoon of groep〉 geaccepteerd ⇒ erbij, opgenomen; 〈 van dingen ook〉 in (de mode)♦voorbeelden:come in! • (kom) binnen!fit something in • iets (er)in passenI flew in today • ik ben vandaag met het vliegtuig aangekomenmix the flour in • meng de bloem erbijthe police moved in • de politie kwam tussenbeidethe stairs were put in • de trap werd geïnstalleerdsnowed in • ingesneeuwdin between • er tussen(in)in between • tussenknow somebody in and out • iemand door en door kennen————————in4〈 voorzetsel〉1 〈plaats of ligging; ook figuurlijk〉in2 〈richting; ook figuurlijk〉in ⇒ naar, ter3 〈met abstract naamwoord dat handeling of toestand uitdrukt; voornamelijk idiomatisch te vertalen〉- ende ⇒ in, be-, ver-, ge-6 〈 medium〉in7 〈 verhouding, maat, graad〉in ⇒ op, uit9 in zover dat ⇒ in, met betrekking tot, doordat, omdat♦voorbeelden:wounded in the leg • aan het been gewondin my opinion • naar mijn meningplay in the street • op straat spelenbe in one's twenties • in de twintig zijnthere is something in his story • er zit iets in zijn verhaalin payment of • ter betaling van3 in bloom • in bloei, bloeiendehe was in charge (of) • hij was verantwoordelijk (voor)in honour of • ter ere vanbe in love • verliefd zijnbe in luck • geluk hebbenbe in pain • pijn lijdenin ruins • vervallenin search of • op zoek naarI have not been out in months • ik ben in geen maanden uit geweestin the morning • 's ochtendsearly in spring • vroeg in het voorjaarin all those years • gedurende al die jarenit melts in heating • het smelt als het verwarmd wordtthe latest thing in computers • het laatste snufje op het gebied van computerssomething in evening dress • iets in de richting van avondkledij2 feet in length • twee voet hooghe is in oil • hij zit in de olie-industrieequals in strength • gelijken wat kracht betreftrich in vitamins • rijk aan vitaminenbe in it • erbij betrokken zijn, meedoenhe is not in it • hij telt niet meethere's nothing in it • het heeft niets om het lijfpainted in red • roodgeverfdin Russian • in het Russisch7 in general • in/over het algemeennot in the least • niet in het minstin the main • in/over het algemeensell in ones • per stuk verkopenone in twenty • één op twintigyou have a fine brother in Henry • je hebt aan Henry een fijne broerbuy in instalments • op afbetaling kopen£100 in taxes • £100 aan belastingendifficult in that it demands concentration • moeilijk omdat het concentratie vergt→ be in be in/ -
8 nail
n. spijker; nagel; nail (lengtemaat van vroeger)--------v. spijkeren; nagelen; vangen (van een crimineel enz.); openbaar betrappennail1[ neel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 nagel2 spijker♦voorbeelden:pay on the nail • contant betalen————————nail2〈 werkwoord〉2 vastnagelen ⇒ vastleggen/zetten♦voorbeelden:he nailed the source of the rumours • hij wist te achterhalen wie de geruchten had verspreid -
9 pay cash
-
10 pay on the nail
pay on the nail -
11 encashment
n. contant betalen; het omwisselen van iets in geld -
12 funds transfer
overmaken van geld,geld overhandigen (contant betalen; geld overmaken van de ene rekening naar de andere rekening) -
13 cash basis
op basis van contanten (betalen met contant geld)
См. также в других словарях:
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Münze — 1. Bei alten Münzen zweifelt niemand. Nur bei neuen entsteht die Frage, ob echt oder falsch. Das Neue unterliegt der Untersuchung, das Alte wird (leider!) ungeprüft angenommen, weil man bei diesem voraussetzt, dass die Prüfung früher erfolgt sei … Deutsches Sprichwörter-Lexikon